Pensioenfonds performance:
2024-Q1
1 juli 2024
Op 13 juni 2024 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) diverse kerncijfers van 184 pensioenfondsen of collectiviteitskringen gepubliceerd met betrekking tot het eerste kwartaal van 2024. Wij geven een overzicht van de ontwikkelingen.
Aantal pensioenfondsen
In het eerste kwartaal van 2024 daalde het aantal pensioenfondsen en collectiviteitskringen (exclusief fondsen in liquidatie en fondsen met minder dan 100 deelnemers) naar 184. De volgende wijziging zijn opgetreden:
- Het pensioenfonds Astellas verdween in verband met een overdracht per 1 januari 2024 naar pensioenkring Astellas bij Stap.
- Het pensioenfonds PepsiCo Nederland verdween in verband met een overdracht per
1 januari 2024 naar pensioenkring PepsiCo bij Het Nederlandse Pensioenfonds. - Het pensioenfonds Xerox verdween in verband met een overdracht per 1 januari 2024 naar pensioenkring Xerox bij Het Nederlandse Pensioenfonds.
- Pensioenkring 1 van Centraal Beheer APF verdween in verband met een overdracht per 1 januari 2024 naar de reeds bestaande Kring DB Evenwicht bij Centraal Beheer APF.
Actuele dekkingsgraad
De gegevens die DNB ieder kwartaal publiceert bevatten informatie over de beleidsdekkingsgraden (BDG), maar niet over de actuele dekkingsgraden (ADG). Met behulp van publiek beschikbare gegevens hebben we een indicatief verloop van de actuele dekkingsgraden gemaakt.
Per type pensioenfonds worden in de grafieken de gemiddelde actuele dekkingsgraden getoond voor de kwartalen 2023K1 tot en met 2024K1. De stippellijnen zijn de ongewogen gemiddelden en de doorgetrokken lijnen de gewogen gemiddelden. De weging is op basis van het belegd vermogen, waardoor meer gewicht toegekend wordt aan de grotere pensioenfondsen.
Uit beide figuren blijkt dat BPF’en gemiddeld een lagere dekkingsgraad hebben dan de andere pensioenfondsen. Aan de gewogen dekkingsgraden (rechterfiguur) is vervolgens te zien dat in de periode vanaf het eerste kwartaal 2023 bij bijna alle soorten pensioenfondsen de grotere fondsen gemiddeld een hogere dekkingsgraad hebben dan de kleinere fondsen (de gewogen dekkingsgraad is hoger dan de ongewogen). Bij BPF-en is de gewogen gemiddelde dekkingsgraad wel lager dan de ongewogen dekkingsgraad. Nadat de daling in het vierde kwartaal van 2023 zijn de actuele dekkingsgraden in het eerste kwartaal van 2024 weer licht gestegen.
De gewogen gemiddelde actuele dekkingsgraad (gemeten over alle pensioenfondsen) steeg in het eerste kwartaal 2024 van 114,6% naar 116,5% (1,9%).
Beleidsdekkingsgraad
Bij 51 fondsen daalde de beleidsdekkingsgraad (BDG) in het eerste kwartaal van 2024. De meeste pensioenfondsen hadden aan het eind van het eerste kwartaal van 2024 een BDG tussen de 120% en 125% (36x). Relatief veel fondsen hadden ook een BDG tussen de 115% en 120% (33x). Bij 1 fonds was de BDG lager dan 100%. Het vorige kwartaal was dit ook 1. Een fonds had nog een BDG tussen de 90% en 95% . De ADG van dit fonds is iets hoger dan 96,1%.
52 fondsen hebben een dekkingsgraad van 130% en meer, waarbij 9 fondsen met een dekkingsgraad van boven de 150%.
In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling van de beleidsdekkingsgraad inzichtelijk gemaakt.
De gemiddelde (ongewogen) BDG is in het eerste kwartaal van 2024 gestegen van 125,7% naar 126,2%. De gewogen BDG daalde met 0,2%.
Bij de bedrijfstakpensioenfondsen komt de gewogen BDG lager uit dan de ongewogen dekkingsgraad. Dit komt doordat de grotere BPF’en een lagere BDG hebben dan de kleinere BPF’en. Bij de ondernemingspensioenfondsen, de beroepspensioenfondsen en de algemene pensioenfondsen is dit juist omgekeerd.
Voor de BDG zijn dezelfde figuren te maken als voor de actuele dekkingsgraad. Hierin wordt zichtbaar dat gemiddeld genomen de BDG in het eerste kwartaal 2024 is gedaald. Bij geen van de fondsen steeg de BDG in het eerste kwartaal met 5%-punt of meer. Voor 51 pensioenfondsen was er een daling van de beleidsdekkingsgraad.
Beleggingsrendementen
In het eerste kwartaal van 2024 liet 1pensioenfonds een negatief beleggingsrendement zien. Het ongewogen gemiddelde beleggingsrendement voor risico fonds in het eerste kwartaal van 2024 bedroeg 2,9% positief (2023K4: 10,2% positief), met een minimum van -0,6% en een maximum van 15,8%. Het gewogen gemiddelde rendement was 2,3% positief (2023K4: 10,0% positief), wat inhoudt dat grotere pensioenfondsen gemiddeld een iets minder positief rendement behaalden dan kleinere pensioenfondsen. Onderstaande figuur toont de rendementen ten opzichte van het verschil in actuele dekkingsgraad.
Door het gewogen gerealiseerd beleggingsrendement van 2,3% positief in het eerste kwartaal van 2024, en een stijging van de pensioenverplichtingen, steeg de gewogen actuele dekkingsgraad per saldo met circa 1,9%.
Feitelijke renteafdekking
In de volgende figuur is zichtbaar gemaakt in welke mate pensioenfondsen het renterisico hebben afgedekt.
Circa 71% van de fondsen heeft een renteafdekking tussen de 50% tot 80%. De (ongewogen) gemiddelde renteafdekking komt uit op circa 70% (2023K4: 67%). Gewogen komt de renteafdekking gemiddeld uit op circa 63% (2023K4: 61%), hetgeen betekent dat grotere fondsen de rente over het algemeen minder afdekken.