Hogere pensioenbeheerkosten door nieuwe wetgeving, terwijl prestatievergoedingen met 76% daalden
28 september 2023
Bell Pension Consultants & Actuaries (Bell) heeft voor de 12e keer de uitvoeringskosten en behaalde beleggingsrendementen van Nederlandse pensioenfondsen in kaart gebracht. In het rapport “Werk in uitvoering bij pensioenfondsen 2023” is te lezen dat de totaal gerapporteerde kosten in 2022 uitkwamen op € 9,6 miljard, 33% lager dan in het recordjaar 2021. De daling wordt met name veroorzaakt door veel lagere prestatievergoedingen. Daar tegenover staan fors gestegen pensioenbeheerkosten (+7,4%), onder andere door de voorbereidingen op het nieuwe pensioenstelsel.
Voor dit rapport hebben we de jaarverslagen van 178 pensioenfondsen geanalyseerd, inclusief 35 kringen bij 5 algemeen pensioenfondsen. Gemiddeld hadden deze fondsen in 2022 een belegd vermogen van € 1.625 miljard, voor 6,2 miljoen actieve deelnemers, 3,8 miljoen pensioengerechtigden en 9,1 miljoen slapers.
Samenvatting Werk in uitvoering bij pensioenfondsen 2023
Onze belangrijkste bevindingen zijn:
- De totale vermogensbeheerkosten (inclusief transactiekosten) zijn met ruim € 4,9 miljard gedaald, van € 13,4 miljard naar € 8,5 miljard (-36,5%). Als percentage van het gemiddeld belegd vermogen zijn ze gedaald van 0,77% naar 0,53% (-31,8%)
- De stijging van de beleggingskosten is nagenoeg volledig te verklaren doordat de fondsen in 2022 € 5,3 miljard minder kwijt waren aan prestatievergoedingen, een daling van 76%.
- Gemiddeld behaalden pensioenfondsen in 2022 een beleggingsrendement van
-21,3%. De onderlinge verschillen zijn echter zeer groot, variërend tussen -41% en –10%.
- De totale pensioenbeheerkosten stegen met € 76 miljoen naar € 1.101 miljoen (+7,4%). Dit zien we deels terug in de gemiddelde kosten per deelnemer, die toenamen van € 107 in 2021 naar € 110 in 2022 (+3,2%). Als reden voor de stijging werd vaak de toegenomen kosten in verband met de Wet toekomst pensioenen genoemd. Ook werden algemene prijsstijgingen, gewijzigde aantallen deelnemers en toegenomen bestuurs- en governancekosten regelmatig genoemd.
- De totale kostenratio (vermogensbeheerkosten excl. transactiekosten vermeerderd met de pensioenbeheerkosten, uitgedrukt in het gemiddeld beleg vermogen) daalde van 0,74% (2021) naar 0,49%.
- De kostenverantwoording in de jaarverslagen is verder verbeterd. De wettelijk verplichte kostenratio’s worden inmiddels door 88% (2021: 83%) van de pensioenfondsen correct berekend. Het aantal fondsen dat de resultaten van een benchmark inzichtelijk maakt in het bestuursverslag (circa 2/3e) is enigszins gedaald. Wel wagen iets meer besturen (ruim 40%) zich in meer of mindere mate aan een oordeel over de gemaakte kosten in relatie tot de geleverde prestaties.
Jeroen Koopmans, partner bij Bell, zegt over de resultaten: “Na het uitzonderlijke jaar 2021 – met de geëxplodeerde prestatievergoedingen – zijn de kosten vermogensbeheer weer enigszins genormaliseerd. De pensioenbeheerkosten zijn echter fors gestegen. Ook dat was te verwachten, in verband met de kosten die gemaakt moeten worden met de voorbereidingen op en vervolgens de implementatie van het nieuw pensioenstelsel.”
Johan van Soest, senior actuaris bij Bell, voegt toe: “In het nieuwe pensioenstelsel gaan we communiceren over individuele pensioenkapitalen. Daarbij zal ook zichtbaar worden hoeveel uitvoeringskosten van jaar tot jaar worden toegerekend aan iedere persoon. Een kostenonttrekking van € 1.000 lijkt veel, maar zal bij een pensioenkapitaal van € 200.000 niet onwerkelijk zijn als totale kostenratio 0,50% is. We zijn benieuwd hoe die kostentoerekening in de praktijk zal plaatsvinden. Bij de pensioenbeheerkostenratio wordt verondersteld dat voor gewezen deelnemers geen kosten worden gemaakt. In de praktijk gaan ook bij deze groep kosten worden onttrokken uit het pensioenkapitaal. En dat kan weer voer zijn voor de discussie waarom gewezen deelnemers niet worden meegenomen bij de berekening van kostenratio pensioenbeheer”.
Bell Kostenbenchmark
Naast ons onderzoek naar de totale pensioenfondsenmarkt in Nederland verzorgen wij ook de Bell Kostenbenchmark voor individuele pensioenfondsen, waarmee op een groot aantal punten pensioenfondsen worden vergeleken met relevante peergroepen. De benchmark kan het fondsbestuur helpen zich een onderbouwd oordeel te vormen over de uitvoeringskosten van het pensioenfonds. Op deze pagina is meer informatie over de Bell Kostenbenchmark 2023 beschikbaar, waaronder een voorbeeldrapportage.
Voor meer informatie over het rapport of de Bell Kostenbenchmark kunt u uiteraard telefonisch contact met ons opnemen.
“We hebben gemerkt dat onze heldere manier van communiceren van toegevoegde waarde is voor pensioenfondsen, ondernemingen en ondernemingsraden.”